Home » Inspiratie » KLEINE APOLOGIE VOOR GROTE WANKELMOED

KLEINE APOLOGIE VOOR GROTE WANKELMOED

‘Twijfel is niet een aangename toestand, maar zekerheid is belachelijk.’ [Voltaire]

Ik ben geen groot kenner van straattaal. Wél een liefhebber. Ik hou ervan omdat het een wonderlijke mengeling is van alle talen waarin wij hier wonen. Ik smelt als ik een stoere spierwitte cis-jongen van 17 zijn liefje op z’n Arabisch habibi hoor noemen. En het uit het Spaans afkomstige loco klinkt zoveel zachtaardiger dan ‘zot’.

Zo ben ik ook fan van streektaal of dialect. In het Vlaamse Waasland waar ik vandaan kom, weet geen kind wat een kikkervisje is. Wij noemen dat daar een oekedoeleke. Ik heb nooit begrepen waarom die streektaal op school taboe was en absoluut verboden. Als ik een kikker in wording was, zou ik wel weten hoe ik liefst wou heten: kikkervis of oekedoeleke! En ik heb als kind dikwijls medelijden gehad met jullie Nederlanders die nooit hun kat sturen en ergens staan te schilderen…

De vier- en vijfjarigen van mijn kleuterklas vinden sommige woorden van onze taal niet goed bedacht. Handschoen is er zo eentje. Dat zou volgens hen beter handkous of handsok zijn. Zo vinden zij ook dat een banaan uitkleden logischer is dan een banaan schillen of pellen…

En een van mijn lievelingsprogramma’s op onze Radio 1 is ‘Nieuwe Feiten’ waar jullie Rick de Leeuw elke woensdag een situatie of verschijnsel voorlegt waar in het Nederlands nog geen woord voor bestaat. Hij roept de luisteraars op om daar verandering in te brengen. Uit de honderden inzendingen kiest hij een paar kanshebbers. Hij legt ze de volgende keer voor aan Ruud Hendrickx, hoofdredacteur van de Dikke Van Dale, die dan telkens zijn deskundig onderbouwd en onverbiddelijk oordeel velt. Daar zijn al ontelbare prachtwoorden geboren: hamerglas voor die ene laatste pint te veel, digidolen voor doelloos rondzwerven op het internet, fuck Elise voor de onverdraaglijke muzak in de metro, huicheljuichen voor doen alsof je blij bent maar het niet zijn, blunderdrang als je wel weet dat je een kapitale fout gaat maken maar het toch niet kunt laten, nesties als vertaling en Nederlandse variant voor siblings, sneuvelambities voor goede voornemens die niet lang blijven duren.

Ik ben fan van straattaal, van dialect, van de verbeterwoorden van mijn kleuters en van het ontbreekwoordenboek van Rick de Leeuw. Ik hou ervan omdat ze laten zien dat taal geen kerkhof is maar een levend en levendig organisme. Voor de rest ben ik beslist geen ‘vroeger was het beter mens’ en heb ik weinig of geen talent voor nostalgie. Toch zijn er een paar ouderwetse woorden die ik graag in ere zou herstellen. Wankelmoed staat met stip op één.

Volgens het woordenboek is een wankelmoedig mens iemand ‘zonder vaste wil of zelfvertrouwen.’ Dat eerste lijkt mij echter eerder een deugd te zijn dan een gebrek. Mensen met een onwankelbare wil, met een mening die nooit verandert, ook en zélfs niet als de feiten dat wel doen, vind ik vrijwel onuitstaanbaar. Bovendien getuigt het in mijn ogen juist van groot zelfvertrouwen als je de moed hebt om te durven wankelen en kwetsbaarheid ziet als een kracht. Zelfvertrouwen is niet de afwezigheid van onzekerheid maar het gefundeerd vertrouwen dat jij met die onzekerheid om kan gaan. Het is geen ongenaakbaar vertrouwen dat je ‘de dingen onder controle hebt’, maar eerder durven proberen, onderzoeken, experimenteren en uit die ervaringen leren dat je je wel door onzekere situaties heen loodst en met twijfel kan navigeren. Herakleitos wist het al: verandering is het enige wat blijft.  Onzekerheid kan een valkuil zijn, maar het is ook een kans. Onzekerheid daagt ons uit om nieuwe ideeën te verkennen, om buiten onze comfortzone te treden en creatieve oplossingen te vinden.

We zijn intussen bijna maart. De tijd van ‘nieuwjaarswensen’ is al een poosje voorbij. Toch wil ik jullie graag nog een jaar wensen waarin we niet dé schuldige zoeken, hét inzicht, hét perfecte advies…Een jaar met minder veronderstellingen en meer voorstellingsvermogen. Een jaar waarin wij [zoals Bas Rompa het in zijn gedicht zo ontroerend zegt] meer een soort ‘van 1 tot 10 teller worden.’ Een jaar waarin we onzekerheid omarmen en genieten van de veerkracht die dat oplevert. Moge 2025 het jaar worden van de wankelmoed !

[ilse]

Geschreven door:

Ilse Daems

kinderfilosoof identikit ilse daems:* geboren in het vorige millennium* huurwoordenaar & speelduivel* levenslange legofanaat* extreem allergisch voor vis & schaaldieren én voor schoolse methodes* expert in buiten de lijntjes kleuren* volgde de opleiding fmkj aan de isvw [kan dus ook rijmen en dichten zonder haar gat op te lichten]* filosofeert met kleuters en lagere schoolkinderen op ‘de pientere piste’
Meer artikelen uit dit dossier:
Share This