Hidde de Blouw, 29 augustus 2024
Als je iemand met je vragen het bos in stuurt, kom er dan zelf ook naast staan tussen al die bomen.
Een filosofisch onderzoek moet je starten met een vraag en daarna steeds doorvragen, wordt vaak gezegd. Dit kun je verdedigen, maar ook overbodig verklaren, en uitproberen hoe een filosofisch gesprek heel goed kan gedijen zonder enige vraag. Hieronder een experiment.
Arie: “Vragen stellen is pas echt waardevol als de vragensteller uitlegt waarom die vraag voor hem zelf relevant is in de context van samen ergens over filosoferen.”
Bert: “Hm, zit wel wat in. Dan kan de vraag beter worden begrepen en kan de zoektocht naar antwoorden verdiepen. Kan ook misverstanden en onnodige verwarring voorkomen.”
Arie: “Niet alleen dat, Bert. Als de vragensteller zijn eigen gedachten en redenen deelt, kan de vraag als een brug dienen naar een rijkere gedachtenwisseling. Een vraag zonder motivatie en toelichting blijft vaag en oppervlakkig.”
Bert: “Erger nog. De vraag komt dan ook instrumenteel en afstandelijk over, alsof je de ander overhoort of die wel genoeg weet. Een vraagmethode is een lijstje, maar een lijstje luistert niet. Het samen filosoferen wordt dan eenzijdig.”
Arie: “Ja, je laat de ander eigenlijk alleen in de vaak verwarrende zoektocht naar antwoorden. Al helemaal omdat je weet dat filosoferen eerder leidt naar nog meer vragen dan naar antwoorden. Als je iemand met je vragen het bos in stuurt, kom er dan zelf ook naast staan tussen al die bomen.”
Bert: “Mooi beeld, Arie. Het gaat om wederkerigheid en betrokkenheid. Als je iemand vraagt om de eigen persoonlijke gedachten te delen over een kwestie, help je hem mee en ondersteun je hem door dat zelf ook te doen.”
Arie: “Plus dat je daarmee zelf een voorbeeld geeft van de manieren waarop je echt samen kunt filosoferen. Niet filosoferen om het filosoferen zelf, maar omdat het ergens over gaat dat er toe doet.”
Bert: “Meer nog, je laat merken dat het ook je zélf aangaat. Daarin laat je jezelf ook kennen en verkennen. Ook in de maníer waarop je kunt filosoferen met elkaar. Je zit de ander dicht op de huid. Dan mag de kwestie en het gesprek jou zelf ook dicht op de huid zitten, lijkt me.”
Arie: “Precies, dat is de vraag! Hoeveel skin in the game breng je in.”
Bert: “Vragen of niet vragen is dus niet de kwestie. Dat doet er niet toe. Skin in the game, dat doet er toe!”
Arie: “Uh … zeg Bert , hebben wij nu zelf wel voldoende skin in the game gelegd?”
Bert: “Mmm … had wel iets meer gemogen, Arie. Maar ja, te weinig tijd hè.”