
Eva (E) en Adam (A) hebben net een reprimande van God gekregen omdat ze van de appel die aan “De Boom Der Kennis” hing hebben gegeten terwijl God dat expliciet verboden had.
Nu staan ze tegenover elkaar. Tijdens de tweedaagse met Pieter Mostert en Ilse Daems over filosoferen en taal, filosofeerden we over het onbesproken gesprek tussen deze oerouders. Volgens Laura Minderhoud ging het zo:
E: Nou…
A: Ja.
E: Goed en kwaad in één hapje appel zeker…
A: Waarom heb je mij overgehaald van die appel te eten?
E: OVERGEHAALD?!
A: Eh ja… jij zei neem ook een hapje…
E: en jij nam zelf een hap, toch?!
A: Ja omdat…
E: Als we nu ruzie maken krijgt god gelijk met zijn “ik zal vijandschap stichten tussen man en vrouw”..
A: God hééft gelijk, toch?
En hij zei dat ik nu de baas ben.
E: “de baas”
Luister God hoeft geen gelijk te krijgen.
A: ?..
E: Dat is het hele idee van die appel. Dat wij, nu we verstandig zijn geworden, door die ellendige appel, nu zelf verantwoordelijk zijn voor wat we doen. Existentialisme weet je wel.
Dus fuck God.
A: Eh Eva, nu lijkt ‘t net of jij de baas bent terwijl God gezegd heeft dat ik…
E: Fuck God!
A: Eva?!
E: Adam…
Ze kijken naar elkaar
En toen hadden ze kunnen besluiten dat ze elkaar niet zouden vermorzelen (zoals god voorspeld had) en zich kunnen afvragen hoezo “mannen en vrouwen – tegengestelde verlangens”?
En dan zou God gezien hebben dat het goed was.