Home » Interviews » Marjolijn van Heemstra | Kindergedachten zijn belangrijke gedachten!

Marjolijn van Heemstra | Kindergedachten zijn belangrijke gedachten!

Marjolijn van Heemstra (1981) schrijver, dichter en theatermaker, schreef het essay van de Maand van de Filosofie 2023 dat dit jaar wordt uitgegeven in samenwerking met De Correspondent. Haar roman En we noemen hem (2017) werd genomineerd voor de Libris Literatuur Prijs. Ook schreef ze het non-fictieboek In lichtjaren heeft niemand haast (2021) dat haar inspireerde tot het oprichten van Nacht-Wacht. Een onderzoek naar de waarde van de nacht. 

Veel vragen die mijn kinderen stellen herken ik als filosofische vragen. Zelf had ik vroeger meer religieuze vragen. Ik was heel erg geïnteresseerd in God. Of God bestond. Waarom we er waren. Wat het begin was, en het eind van alles. Of ik al eerder had geleefd. Over dat soort dingen dacht ik na. Wanneer ik me realiseerde dat dat filosofische vragen waren weet ik niet meer precies. Het was meer dat ik de hele wereld, alles om me heen interessant vond. Ik ben meer spiritueel dan religieus opgevoed, we gingen wel naar de kerk, maar niet heel regelmatig. Ik was als kind zoals denk ik veel kinderen animistisch ingesteld. Dat ik het gevoel had dat alles een ziel had en in gesprek was met van alles. Ook met de maan en de sterren. Mijn ouders stonden daar wel voor open, maar de rest van mijn omgeving niet echt. Dus op een gegeven moment ga je je toch met andere dingen bezig houden, zeker in de puberteit. Hoewel het toen ook nog wel aanwezig was verschoof mijn aandacht. Nu voel ik het niet meer zo zoals ik het vroeger voelde. Ik ben gedachtelozer geworden en afgeleid door andere dingen in het leven. Maar ik denk wel nog steeds dat het een gezonde manier van leven is en dan niet alleen gezonder voor ons, maar voor het hele systeem.

Wat is de ruimte waard

Ik interesseer me voor grote dingen die ik niet begrijp, daarom ging ik ook godsdienstwetenschappen studeren, en de ruimte hoort daar bij. Echt een ‘ruimtevaart nerd’ ben ik nooit geweest. Wel gefascineerd door de maanlandingen, maar ja wie niet? Na mijn studie ging ik af en toe naar een open dag van de European Space Agency. Ik vond dat leuk omdat daar in mijn ogen over poëtische onderwerpen werd gesproken. ‘Vingerafdrukken van licht’ bijvoorbeeld. Dan dacht ik “wat mooi!”, maar bleek het een puur natuurwetenschappelijke verhaal te zijn. De kennis om dat dan ook echt te begrijpen had ik niet helemaal, maar ik heb in die omgeving wel gedichten geschreven. Als je mij toen iets over ruimtevaart vroeg was ik vooral heel enthousiast. Dat mensen de reis naar een andere planeet maken, die grens verleggen, vond ik mooi en inspirerend. Wel met de vraag hoe vervuilend het is natuurlijk, maar dat is heel relatief als je kijkt wat we verder vervuilen op aarde. Inmiddels ben ik daar anders over na gaan denken en er is ook echt heel veel verandert in de afgelopen vijftien jaar. Ruimtevaart is commercieel geworden, vooral gericht op winst. Met het essay laat ik een ander geluid horen, een gedachtegang die je naast het commerciële verhaal kunt leggen. Voor mij is het belangrijk om aandacht te geven aan het feit dat de mens altijd een tegenbeweging vormt. Ik benadruk dat er ook hoopgevende organisaties zijn zoals bijvoorbeeld de Moon Village Association. Een NGO waar iedereen zich bij kan aansluiten. Wetenschappers, ruimtevaartexperts, filosofen en ondernemers zetten zich samen in voor betere richtlijnen met betrekking tot het reizen naar en exploiteren van de maan. Want het is ontluisterend dat, terwijl we bezig zijn met excuses voor de exploitatie en kolonisatie van allerlei gebieden in het verleden, onder onze ogen in de ruimte iets vergelijkbaars gebeurt.

De[ze] parallel tussen ruimtevaart en de Europese kolonisatie van overzeese gebieden in de ruimtevaartindustrie vaker getrokken. In een lespakket voor scholen vergelijkt de nasa de verkenning van het zonnestelsel klakkeloos met de ontwikkeling van de eerste Engelse kolonie in Noord-Amerika. Wat is de ruimte waard p.25

The module focuses on the settlement of Jamestown, the first permanent English-speaking colony in the New World, and NASA’s plans to return to the moon and reach for Mars.https://www.nasa.gov/

Ik kan geen andere tradities vinden waar ze zich alles zo rigoureus toe-eigenen en begrijp ook nog niet welke samenloop van omstandigheden er nu voor gezorgd heeft dat specifiek de westerse mens dat zo is gaan doen. Er zijn echt andere manieren om met de maan en de ruimte bezig te zijn. Het zou interessant zijn om daar ook op scholen nog meer aandacht voor te hebben. Ik vind dat mijn kinderen op school wel goed leren praten over de niet-economische waarde van alles om ons heen. De docenten staan open voor kindergedachten, voor het idee dat stenen, bomen en rivieren een stem hebben. Dingen die je als volwassenen helemaal niet meer kunt zeggen worden geaccepteerd en kunnen een plek krijgen. Tegelijk is natuurlijk ook gewoon een curriculum en is het voor scholen ingewikkeld om er tijd voor te maken. Ik probeer mijn kinderen zelf mee te nemen in deze vragen en verhalen zoals mijn ouders dat ook hebben gedaan. Zij gaven mij een prettig voorbeeld. De oudste is acht jaar, leest heel veel en houdt, zegt hij zelf, van filosoferen, want dat heeft hij op school een keer gehad. De jongste heeft dat minder, die houdt meer van praktische dingen.  

Het donker is groot

Het begint met wat ze niet moeten verliezen. We moeten tegen kinderen zeggen dat het belangrijk is wat ze denken en wat ze zien. Kinderen hebben vaak al een hele grote fascinatie voor de maan en de sterren, maar in de loop van je leven kijk je minder vaak omhoog. Je weet dan helemaal niet meer of het volle maan is en de sterren zie je in Nederland door de lichtvervuiling niet goed. Ik organiseer daarom ook nachtwandelingen over het belang van duisternis. We verzamelen bij een kampvuurtje en ik vertel over lichtvervuiling en wat de gevolgen daarvan zijn voor mensen, dieren en planten. Daarna wandelen we een half uurtje in stilte op een relatief donkere plek, al het is natuurlijk nergens helemaal donker. Ik wil dat mensen het echt ervaren dus we wandelen ook over lastige paadjes en dat mensen dan misschien kunnen struikelen in het donker hoort er juist bij. Na de stiltewandeling luisteren de deelnemers via een koptelefoon naar het verhaal van iemand die iets denkt, voelt of vindt dat te maken heeft met de plek waar we zijn terwijl ze achter die persoon aanlopen. Omdat we het belangrijk vinden dat we meer mensen bereiken, het gesprek groter maken, werven we heel actief deelnemers die normaal waarschijnlijk niet zouden komen. Dan zijn de wandelingen gratis. Die wandelingen zijn natuurlijk laat op de avond, maar soms nemen mensen wel kinderen mee. Een wandeling in het donker is natuurlijk iets wat je ook heel goed met kinderen kunt doen. In de winter, als het vroeg donker wordt, ga ik soms met mijn kinderen. De oudste vond het best eng in het donker. Ik probeer dan te zeggen dat het menselijk is om het eng te vinden en helemaal erg. Kinderen weten niet wat er kan gebeuren in het donker en dat maakt het heel groot. Dat moet je niet klein maken, maar juist analyseren. Woorden geven aan wat je hoort en voelt en dat wat je zegt. In een filosofisch gesprek kan je ze daar ook over na laten denken. Hoe kijk je naar de maan, wat betekent die voor jou, kun je met de maan praten en wat zegt ‘ie dan? De natuur wordt eigenlijk alleen in kinderboeken nog als gesprekspartner voorgesteld, dat is jammer. (In haar essay refereert marjolein van Heemstra bijvoorbeeld aan ecofeminist Val Plumwood die zegt dat het tijd is om onze zintuigen weer scherp te stellen en het gesprek aan te gaan met dat wat ons omringt. L.M.) Met de klas van mijn zoon ga ik nu ze oud genoeg zijn om stil te wandelen, want dat is soms nog wel lastig, een vroege vogelwandeling maken. Dat je de wereld wakker hoort worden. Dat is magisch nu in het broedseizoen. Je hoort alle vogels ontwaken en ziet het langzaam licht worden.

Als kind was ik me heel erg bewust van wat er misging in de wereld en hoe raar wij eigenlijk leefden. Ik wilde bijvoorbeeld ook echt geen auto. Toen we toch een auto kregen kwam ik in opstand. Ik had destijds medicijnen en die weigerde ik te nemen als protest. Mijn ouders luisterden wel naar mij, maar toch had ik als kind nooit het gevoel dat volwassenen vonden dat het klopte wat ik vond en zei. Nu denk ik wel eens: “Nou ja, ik had gewoon gelijk!” Kinderen, mijn kinderen ook, heel veel kinderen zeggen dingen die waar zijn. We moeten bestendigen wat zij denken. Niet zeggen dat zijn, maar kindergedachten, maar juist: dit zijn kindergedachten, dit zijn belangrijke gedachten! Dit zijn jouw basis gedachten van waaruit je gaat leven. Dit moet je niet verliezen.

Geschreven door:

Laura Minderhoud

Als dramaturg scherp ik gedachten van makers aan. Als kinderfilosoof scherpen kinderen mijn gedachten aan.Met kinderen filosofeer ik over wat hen bezig houdt. Met kunstenaars werk ik aan voorstellingen, films, scripts en scenario’s. Ik analyseer, stel vragen en creëer context; kritisch en tegelijk zorgvuldig. Daarnaast geef ik trainingen Socratische vaardigheden in organisaties, bedrijven en instellingen.
Meer artikelen uit dit dossier:
Sorry, No posts.
Share This