Home » Inspiratie » Over de relevantie van kinderfilosofie | Judith Nab

Over de relevantie van kinderfilosofie | Judith Nab

Mensen in onderzoekende, creatieve en/of denkende beroepen vertellen.

Filosoferen bevindt zich in een voortdurende wisselwerking met inspiratie: op ideeën gebracht worden door iets te zien, te horen, te doen….dan daarover gedachten vormen die op hun beurt anderen inspireren tot iets maken, ondernemen of verder denken.

Maar ik, Doenja, kinderfilosoof, ervaar rond het filosoferen met kinderen en jongeren (FmKJ) ook veel strategisch, praktisch denken: hoe spelen we de kinderfilosofie meer in de kijker? Hoe kunnen we misschien meeliften op de golf van het verplichte burgerschapsonderwijs? Helemaal niets mis mee, en zeker nuttig…en toch krijg ik het er soms benauwd van. Van denken over meetbaarheid en aantoonbaarheid van het nut van ons vak. Want daar zit volgens mij niet de kracht van wat wij doen. Daar zit niet het avontuur, niet dat onverwachte poëtische beeld dat al associërende zomaar verschijnt, geen vrije denkruimte en verbeeldingskracht.

Toch wil ook ik graag de relevantie van FmKJ aantonen, maar via een andere, niet op meetbaarheid gebaseerde route. Dus, vanuit behoefte aan vrijheid en inspiratie, aan dáár waar het leven borrelt, waar de golven bruisen en breken, waar het onberekenbaar is, licht en donker tegelijk, giert, bonkt en draait…daar ga ik mijn licht opsteken bij mensen die zich bezighouden met kunst, wetenschap en andere beroepen waarbij onderzoeken, denken en creativiteit een rol spelen. Bij mensen die zich op hun beurt laten inspireren om tot hun werk te komen, en vervolgens inspiratie doorgeven aan anderen.


In deze aflevering is het woord aan: Judith Nab. Het oeuvre van Judith Nab producties is een ode aan het onbekende en de verbeelding. Vandaar dat Nab zich ook in haar kunstenaarschap niet wil vastleggen: samen met componist Simone Giacomini, filmmaker Tessa Janssen en geluidsman en uitvinder Han de Jonge maken zij theatrale installaties, vaak bestaande uit ruimtes met sterke atmosferen waarin de toeschouwer wordt ondergedompeld. De projecten, voor kinderen en volwassenen, variëren van grootschalige internationale opdrachten, tot kleinschalige werken.

Nab producties houdt sinds kort atelier in Zutphen. Ze hebben werk gemaakt voor vele festivals, theaters en musea in Europa zoals het Kröller-Müller Museum Arnhem, HetPaleis Antwerpen, Zomer van Antwerpen, Teatro a Corte, Torino, La Chartreuse, Villeneuve-les Avignon, Monuments Nationaux, In Situ-Marseille, Schauspielhaus Zürich, Blickfelder Zürich, Theaterspektake Zürich, Theaterformen Hannover, en nog vele andere grote en kleine organisaties. Ook maken ze soms een boek, of krant zoals de bijlage ‘Laat dat maar aan mij over’ waar kinderen mee aan de slag kunnen.

Op de website www.judithnab.nl is veel informatie te vinden over o.a. het langlopende project “Mijn huis, de rest van de wereld en daarbuiten”. Je vindt er nieuwe speeldata in december van de bijbehorende theatrale installatie en kunt er online een prachtig boek doorbladeren. Verder zijn er bovengenoemde krant “De wereld” en de bijlage bestellen.

De kinderen waren bezig met ideeën en niet met praktische haalbaarheid, die was op dat moment niet interessant.

Judith Nab

1. Zou jij gefilosofeerd willen hebben toen je jong was en op school zat? Zo ja, wat zou dat jou gegeven hebben, denk je?

Filosoferen is een heel breed begrip, en bevat veel verschillende aspecten, dus wat het me gegeven zou hebben, hangt af van de gekozen invalshoek. Maar dát het me iets gebracht zou hebben, lijkt me wel absoluut onvermijdelijk. Omdat je leert denken, en verschillende standpunten innemen. Het zou ieder kind, ieder mens, waarschijnlijk iets brengen. Wat precies hangt van die invalshoek. Het mooiste is, maar dat is mijn visie (die vanzelfsprekend ook weer beperkt is), dat je kinderen zelfvertrouwen geeft wat betreft hun ideeën. Vooral jonge kinderen hebben heel veel ideeën, maar er is niet altijd ruimte om die serieus te nemen. Al die ideeën en verbeeldingen, daar kun je iets mee doen en je er bewust van zijn dat ze echt waardevol zijn en niet gewoon ‘alleen gezellige kinderfantasieën’. Oftewel, zoals Ken Robinson zegt, creativiteit is de aardolie van de toekomst, dus die moet je koesteren. De hele wereld zit ogenschijnlijk heel gestructureerd in elkaar. Van de ene structuur ga je naar de andere, van het ene hokje naar het andere hokje. En zo zit je helemaal ingemetseld. Maar ruimte behouden, is wel essentieel.

Als ik jou zo hoor, dan vermoed ik dat wat jij vooral van filosoferen gewild zou hebben, is dat het een vrije denkplaats zou zijn. Waar je mag denken wat je wil, altijd onderzoekend en waar geen klimaat van beoordeling heerst.

Ja. Zo’n soort filosofische ruimte zou ik gewenst hebben, en nog steeds. Ik denk dat die er weinig is. Je wordt al snel in een bepaalde richting geduwd en daar heb ik natuurlijk zelf ook regelmatig de neiging toe. Want zo word je groot gebracht. Ik dacht van mijzelf dat ik redelijk vrij kon denken, maar toen ik eenmaal met kinderen aan de slag ging, dacht ik “Man! Die kinderen…fantastisch!” Ze zeggen nooit dat iets niet kan, dat een nieuw plan waaraan je werkt niet realistisch is. Maar ik heb ook wel eens meegemaakt tijdens een atelier (een workshop die ik gaf) dat een jongetje nauwelijks meedeed. Die was daar gewoon door zijn ouders heengebracht omdat het gratis was. Twee weken gratis oppas. Als er wetenschappers kwamen, dan praatte hij niet mee, hij tekende ook niet. Maar toen kwam er een archeoloog en we deden een aantal boringen diep in de grond, een meter of drie, en dat vond hij te gek, dat graven. Dat wilde hij wel de hele tijd…een heel diep gat graven met zijn schep. Met de andere kinderen was ik binnen allerlei gesprekken aan het voeren, aan het filosoferen over alles wat er zou kunnen bestaan maar nog niet ontdekt is, en hij maar buiten graven. Ook in de motregen. Ik gaf hem een mooi doosje waarin hij zijn vondsten kon doen en na een paar dagen werd hij heel interessant en belangrijk voor de anderen. Het eindigde zo dat hij een fantastisch gat had gegraven waar hij helemaal in kon. Van dat hele proces had ik clipje gemaakt. Ook had hij allerlei mooie oude scherven gevonden, en in een schriftje had hij abstracte tekeningen gemaakt die eigenlijk best gaaf waren. Op de eindexpositie liep hij helemaal stralend rond. Dus hij was, zeg maar, niet gelijk zo’n ‘goede leerling’, maar uiteindelijk toch een heel verrassende! Dus ook ik zat vast in een bepaald beeld van hoe ik graag wilde dat kinderen zouden reageren. Ik wilde graag dat ze vrij zouden zijn, wat dat dan ook moge betekenen, dat was dan weer mijn eigen beperking. Het was voor mij een eyeopener.

2. Denk je dat jij je dan anders ontwikkeld zou hebben? Zo ja, wat zou het verschil geweest zijn?

Dat vind ik een moeilijke vraag omdat je het echt niet kunt weten. Je weet alleen wel dat bepaalde dingen die misschien niet ideaal waren, je toch wat opgeleverd hebben. Achteraf kun je je afvragen “Waarom heb ik op zo’n soort school gezeten en niet op een andere?”. Maar een situatie die niet ideaal is, kan juist ook iets duidelijk maken. Dat is niet een pleidooi om alles dan maar een beetje nikserig te laten zijn, maar als je iets hebt gemist, kun je bijvoorbeeld een verlangen gaan koesteren dat heel groot wordt, waardoor je later ‘dat gemiste iets’ misschien met veel overtuiging gaat opzoeken en ontwikkelen. Terwijl wanneer dat verlangen gelijk al gevoed was, het wellicht anders zou zijn gegaan… Maar dat hangt ook weer af van de thuissituatie, en of daar ruimte is. Dus dit blijft een onbeantwoordbare vraag. In mijn geval had ik wel veel ruimte thuis als kind, in die zin dat het huis waarin ik ben opgegroeid twee lage zijzolders had waar nooit iemand kwam, maar waar ik via een luik heen kon gaan. En een tuin met verborgen hoekjes en zo, waardoor ik ook veel vrije ruimte had. De ruimte die jij aan je leerlingen mentaal biedt, die had ik fysiek. Wat een beetje overeenkomt misschien.

3. Vind je, bezien vanuit je vakgebied, filosoferen met kinderen relevant? Zo ja, kun je die relevantie omschrijven?

Ik vind het zeker relevant. Vooral omdat kinderen erop moeten kunnen en leren vertrouwen dat hun verbeelding, hun creatieve denkkracht belangrijk is en dat daarvoor ruimte moet zijn. Als kinderen bijvoorbeeld ouders of verzorgers hebben bij wie de hele tijd iets gedaan moet worden, of op een school zitten waar alles vol gepland is waardoor ze die ruimte niet hebben, dan zouden ze misschien kunnen leren zelf te zeggen: ”Ik heb even wat ruimte nodig”. Want dat is belangrijk om ideeën te kunnen ontwikkelen. Ideeën zijn wat we nodig hebben. Het is de toekomst. Bij ons (volwassenen) is dat creatieve denken vaak dieper weggezakt, maar kinderen kunnen er makkelijk bij en dat is heel waardevol. Bij de ene school zie je al meer aandacht hiervoor dan bij de andere. Inmiddels. Het vereist wel een omwenteling van het systeem. En ja, tuurlijk het is ook heus wel zinnig hoor, om af en toe eens allemaal hetzelfde te maken, maar bij de meeste scholen zie je dat dit de norm is. Vanochtend was ik op de school van mijn zoon en ze hadden portretten gemaakt, maar wel allemaal hetzelfde. Hoeveel vrijheid heeft het kind gekregen om zijn eigen ideeën vorm te geven? Kinderen kunnen over het algemeen allemaal tekenen, maar we moeten dit dan wel op de juiste manier ruimte geven. Dus ja, relevant, absoluut….schreeuwend relevant!

4. Filosoferen zie ik als een beweging: een denkbeweging, die vervolgens aanzet tot andere bewegingen…o.a. inspiratie, motivatie, verbinding, bevrijding. Dat doen andere creatieve beroepen ook. Bewegen wij ons in dezelfde vrije ruimte? Versterken wij elkanders bewegingen?

Ik denk dat wanneer er geen ontwikkeling zou zijn (beweging kun je ook ontwikkeling noemen), als iemand met een stelling komt en het blijft slechts ja of nee, of er is al een vooropgezet antwoord, dan heeft natuurlijk niemand daar wat aan. Filosofie en filosoferen zit overal in. Wanneer je bijvoorbeeld aan een nieuwe voorstelling werkt, dan is er een gedachte, een idee, of een stelling en die gaat zich ontwikkelen, waardoor je tot een nieuwe gedachte of ontwikkeling komt. Tenminste, dat is bij mij zo. Als je een voorstelling moet omschrijven van tevoren, van “Zo ga ik het maken”, en je zou dat vervolgens ook precies zo doen, dan zou er niet veel gebeuren onderweg. Dus daar zit die beweging al in. Misschien is dat ook een soort filosoferen, in een andere vorm. Dat is wellicht bij jou zo, maar niet bij iedereen. Ik merk dat bij jou van alles vanzelf al vragen oproept. O ja, jaja. Net zoals dat je de vragen van kinderen heel serieus neemt, dus ik denk dat je in jouw geval zeker kunt spreken van het steeds heen en weer gaan van een denkende beweging naar een makende beweging, naar aanleiding van wat er zich voordoet. Ik moet weer denken aan jouw beschrijving van dat jongetje met dat schatgraven. Naar aanleiding daarvan veranderde jouw insteek. Dat zijn van die leuke momenten, dat je eerst denkt “Als je nu niet ophoudt met je gezeur, dan ga je gewoon eruit”.

Je denkt op zo’n moment dat er blijkbaar kinderen zijn die niet creatief denken, maar later zie je dat dit niet klopt. Het is leuk wanneer je eigen vooroordelen onderuit worden gehaald. Dat gebeurde ook toen ik eens voorstelde om een ontwerp te maken voor een voertuig dat zowel de ruimte in kon als de diepzee. Terwijl een meisje eraan werkte, vroeg ik haar of ze dacht dat dit misschien echt zou kunnen bestaan. Of dat haar ontwerp voor haar pure fantasie was. Toen keek dit kind me aan zo van “Geen idee, doet er niet toe”, en dacht ik “O, wat een stomme vraag van mij, zo beperkend!”. Dat was ook een eyeopener, dat ik zelf zo’n beperkende vraag had gesteld. Juist wat je niet moet doen. De kinderen waren bezig met ideeën en niet met praktische haalbaarheid, die was op dat moment niet interessant. Alles begint met ideeën en dat is bij kinderen zo goed waarneembaar. Je kunt aan de praktische haalbaarheid het beste even niet denken, als je het idee de kans wil geven omgord te worden. En het liefst duurt dat ‘even’ ietsje langer! Ik kan me niet voorstellen dat je zonder verbeelding goed zou kunnen filosoferen. Dat je wilt filosoferen, nadenken, maar je hebt geen (toegang tot) verbeelding…dat lijkt me heel lastig. Dan wordt het een soort rationaliseren van dingen, als dit dan dat, en wordt het heel praktisch. In die zin is filosoferen ook een soort oprekken van mogelijkheden.

[vervolgens dwalen we af, dwalen leuk af…naar het zien van monsters en schimmen, de aard van kennis, het concept ‘moeder’….en de vraag raakt uit beeld. Ik ben niet zo’n geoefend interviewer, die dat wat we bespreken weer handig terugleidt naar de vraag, door middel van een leuk bruggetje 😉 Maar het komt erop neer dat de verbeelding een onmisbare bron lijkt te zijn voor zowel het maken van kunst als het filosoferen]

Ons gesprek is een bewijs van dat we als kunstenaar en filosoof inderdaad die ruimte delen.

5. Denk je dat de wereld een mooiere plek zou zijn als men in zijn jeugd zou leren filosoferen en een filosofische houding aan te nemen (o.a. kijkend met open vizier, onderzoekend, uitgaande van vragen, oordeel uitstellend)?

Nou, daar kun je natuurlijk geen ‘nee’ op antwoorden. Onmogelijk. Het antwoord zit al in de vraag. Het zou heel mooi zijn als we allemaal de kwaliteiten die je daar noemt zouden kunnen ontwikkelen. Zeker dat onderzoekende, het zou fantastisch zijn als dat bij het opgroeien veel meer zou worden gewaardeerd, ondersteund en gestimuleerd. Dat er tijd en ruimte voor wordt gemaakt zodat je in je schoolloopbaan niet alleen kennis opdoet, maar dat je ook leert om te leren door bijvoorbeeld te onderzoeken. En dat je zodoende de smaak te pakken krijgt! Leren vinden kinderen vaak niet leuk, maar onderzoeken wel. Dus dan denk je “Hoe moeilijk kan het zijn? Om dat te veranderen?” Als mensen geboren worden is iedereen onderzoekend, zo leer je lopen, eten, praten. Alleen daarna hangt het af van je omgeving, of er tijd en ruimte wordt vrijgemaakt om het onderzoekende verder te ontwikkelen. Dus als ‘onderzoek en creatief denken’ in scholen een vast pakket, onderdeel zou worden, dan zou dat heel mooi zijn. En natuurlijk is het ook zo dat er een goed of fout antwoord bestaat op veel vragen en dat je niet de hele tijd alles kunt onderzoeken en bevragen, want daar zou je als leerkracht of ouder (en ook als kind) tureluurs van worden. Dat mag je ook best beseffen als kind. Maar dat is geen zorg want dat is al heel erg aan de hand in de meeste scholen en opvoedingen: kinderen moeten al vaak doen wat de bedoeling is. Dat kunnen ze vaak ook al goed. Er zou nu meer open ruimte mogen komen. Absoluut. En die is er, ik bedoel die ruimte bestaat gewoon en is enorm. Maar er is angst om die toe te laten, want het is dan onduidelijk wat er gebeurt. Dat past niet in de dagelijkse schema’s. Als ouder, als volwassene heb je vaak een hele volle agenda en weinig tijd om zo’n open ruimte samen met je kind te betreden.

Foto: Judith Nab

6. Wat zou je kinderen graag meegeven? Wat hoop je voor hen?

Eigenlijk wat ik net zei, dat er op school (omdat je er bij de mensen thuis geen invloed op kunt uitoefenen) meer aandacht is voor onderzoek. Dat is er wel af en toe, en komt steeds meer, heb ik het idee. Kinderen hebben die kwaliteit van nature. Het is belangrijk dat die kwaliteit zich ontwikkelt en behouden wordt, voor de toekomst, en voor een leuk leven. Als je dat kunt, en je denkt in mogelijkheden…ja, dat is natuurlijk heel fijn. Dan raak je niet gefrustreerd en kom je verder. Dat hoop ik voor kinderen. En ook voor mezelf! Daarin leer ik weer van kinderen. Dat vind ik eigenlijk wel een mooie slotzin.

Maar Judith voegt dan toch nog toe:

Ik kan nog wel meer verzinnen wat ik voor kinderen wens maar dat ligt eigenlijk allemaal al besloten in het woord mogelijkheden: een open vizier, verdraagzaamheid, onderzoekend, ja, mogelijkheden zien… Dat kinderen niet zo snel iets gek vinden omdat ze het niet kennen. En als je dan gewend zou zijn om te filosoferen, te praten over mogelijkheden, dan denk ik dat je minder snel iets gek vindt, en aan de slag zult gaan en verder komt. En dat is ook inspirerend voor ons, volwassenen 🙂

Geschreven door:

CKN

Stichting Centrum Kinderfilosofie Nederland
Meer artikelen uit dit dossier:
Sorry, No posts.
Share This